ModuleProject 9: Voortbewegen IV

Inleiding

Het komt helaas nog wel eens voor dat er ongelukken gebeuren, bijvoorbeeld branden in grote gebouwen bij de petrochemische industrie of instortingen van gebouwen tijdens aardschokken. Mensen moeten dan snel vluchten.

Snelheid bij een ongeluk is geboden, vandaar de vraag om een vluchtmiddel te ontwerpen in de vorm van een skelter, handbike, vliegende hollander of iets anders. Laat de vorm van het voertuig en de aandrijftechniek afhangen van een goed onderbouwde bewegingsanalyse. De snelheid, afmetingen en bescherming tijdens de vlucht is het belangrijkste: ontwerp niet op de persoon, het is tenslotte een vluchtvoertuig!

De vluchtweg kan gedeeltelijk geblokkeerd zijn. Dit maakt dat de afmetingen en de draaicirkel beperkt zijn in hun afmetingen. Tijdens het rijden moet het voertuig met een persoon over een lengte van tenminste 3 meter onder een versperring van 850 mm kunnen doorijden. Dit betekent dat het voertuig niet te hoog moet zijn, en dan het gelijktijdig kan worden aangedreven.

In dit project wordt er een competitie aangegaan met andere projectgroepjes van de opleiding. Het is de bedoeling dat er een vervoersmiddel wordt ontworpen en vervaardigd, dat getest zal gaan worden op een testparcours naast de school. Alle eisen zullen tijdens dit parcours worden getest. Tevens zal hieruit blijken of het ontworpen vervoersmiddel handig is om in te vluchten (moduleboek, 2014). 

 

Figuur 1: Een compilatie van verschillende (vlucht)vervoersmiddelen (skelter, handbike, vliegende hollander).

Opdracht

Ontwerp en vervaardig een hand- of voetaangedreven vluchtvervoersmiddel voor 1 persoon.

randvoorwaarden

  • Het maximale aantal wielen bedraagt 4.
  • De afmetingen mogen maximaal bedragen: 2000×700×800 mm (L×B×H).
  • De uitwendige draaicirkel mag maximaal 3500 mm bedragen.
  • Het vluchtvervoersmiddel is bestemd voor één volwassen persoon, dus niet voor één specifiek persoon.
  • Het vervoersmiddel moet gemaakt kunnen worden met behulp van de productietechnieken die beschikbaar zijn in de BT of IPO werkplaats.
  • Het vervoersmiddel moet een helling kunnen nemen (zie parcours).
  • Er mogen geen grote framegedeeltes van bestaande handbikes of fietsen worden verwerkt in het eindproduct.