De vluchtwagen kan op verschillende manieren worden aangedreven. Voor een wel overwogen beslissing is er gestart met het uitvoeren van een analyse van de krachten in de handen en de voeten.  Hiervoor is de reader antropometrische data (Broeren B., 2012) geraadpleegd. In figuur 1 is te zien dat er meer kracht kan worden geleverd met één voet (lijn A) dan met één hand (lijn B en G). Daarnaast is de kracht altijd groter als er sprake is van een rugleuning. De voeten zijn absoluut gezien sterker, relatief gezien moet dit nader worden onderzocht. In tabel 1 is een vergelijking tussen voet- en handaandrijving gemaakt.

Uit literatuur (Cottini W. P., 2012) is gebleken dat er geen significant verschil is in de prestatie als het gaat om een asynchrone of een synchrone beweging met de armen. Daarnaast blijkt dat een synchrone aandrijving positief is voor de continuïteit van de kracht die geleverd wordt (Lenton J., 2012). De vluchtwagen zal daarom asynchroon moeten worden aangedreven.

Er rest nu nog één vraag, wordt het een voet of hand aangedreven vluchtwagen? Er zijn bij een handaandrijving twee componenten die kracht leveren, deze kunnen echter niet bij elkaar worden opgeteld. Het trekken en duwen zal in een verhouding plaatsvinden. Deze verhouding is echter onbekend. Uit literatuur blijkt dat echter wel dat er met een handaandrijving eerder vet wordt verbrand (bij 55% VO2max tegenover 75%) dan bij een voetaandrijving. Een handaandrijving is dus een grotere belasting voor de gebruiker, daar er eerder verbranding van vet plaatsvindt (het duurt altijd even voordat de vetverbranding op gang is gekomen). Een verklaring die hiervoor gegeven wordt is dat er bij een handaandrijving minder spiermassa wordt gebruikt dan bij een voetaandrijving, dus wordt de vetverbranding in de armen (door de kleinere massa) eerder geactiveerd (Knechtle B. et al, 2004).

Naast de bevindingen in de literatuur is ook de herkenning van de beweging meegenomen bij het maken van een beslissing. Een fiets zal men onbewust associëren met een trapbeweging die gemaakt moet worden met de voeten.  Tijdens het vluchten is het belangrijk dat de gebruiker snel in het voertuig kan plaatsnamen en deze aan de praat krijgt. Een voetaangedrijven is dat voordeliger dan een handaandrijving wat de meeste mensen niet (goed) kennen en/of beheersen en elke seconde telt! 

conclusie