In- & uitstappen

Het is bij de vluchtwagen belangrijk dat de gebruiker snel in en uit kan stappen als men in gevaar is. Er is daarom voor gezorgd dat de gebruiker geen enkele hinder ondervindt bij het in- en uitstappen. Er zitten geen onderdelen in de weg en er is genoeg ruimte voor draaiende bewegingen. Het stuur bevindt zich onder de zitting, dus men hoeft zich niet tussen het stuur en de zitting te positioneren. Tevens is de vluchtwagen laag bij de grond ontworpen, dus ongeacht de lengte van de gebruiker, iedereen kan zonder hinder in de vluchtwagen plaatsnemen.

 

Starten

De vluchtwagen dient niet gestart te worden. Hij wordt met de voeten aangedreven, dus zodra de gebruiker begint met trappen, komt het vluchthulpmiddel tot stand. Hoe harder de gebruiker trapt, hoe sneller de gebruiker wegkomt met het hulpmiddel. Elke gebruiker herkent dit trapsysteem en er worden geen problemen verwachten voor deze aandrijving. Dit zal tijdwinst opleveren tijdens de vlucht; men gaat zitten en rijdt weg. Het enige dat wat anders is, is het stuurmechanisme.  Dit spreekt echter voor zichzelf, als de gebruiker zich op het hulpmiddel bevindt. De handen grijpen automatisch naar het stuur en zodra er met de rechterhand naar zich toe wordt getrokken aan het stuur maakt de vluchtwagen een bocht naar rechts en voor links is dit andersom. Dit principe wijkt niet af van de standaard sturen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb